Feuilleton DEEL 3

 

Door de straten van Zuid

Meter voor meter ging het door onze straat. Ik keek om me heen. Een eindeloze rij jongens en mannen met hun koffers of tassen, nerveus met elkaar pratend, sommigen stil voor zich uitstarend, op weg naar het onbekende. Ik schuifelde naar Johan, de zoon van de groenteboer. Hij had tot nu tot niet hoeven onderduiken omdat hij zijn vader moest helpen met de zaak.‘Hé Jo, moet jij ook mee?’Hij knikte: ‘Die smerige mof lachte me uit toen ik zei dat ik niet mee hoefde omdat ik in de zaak moest helpen. Ik liet hem de papieren zien, maar hij pakte me gewoon vast en sleurde me mee naar buiten. Toen ma me wat mee wilde geven sloeg hij het uit haar handen en snauwde dat ze terug naar binnen moest gaan.’Ik keek hem aan en vroeg: ‘Zullen we samen oplopen? Ik heb wel een snee brood voor je. We moesten maar voor één dag eten meenemen, dus morgen krijgen we wel weer iets te eten van die moffen. Heb jij trouwens Joop van nummer 54 gezien? Die Duitse schreeuwlelijk bleef voor zijn deur staan en vergat achter zijn dikke reet te kijken of er iemand thuis was. Zou Joop op het rangeerterrein zijn?’Johan haalde zijn schouders op en keek om of hij zijn moeder nog kon zien. Ze hing uit het raam en zwaaide met haar zakdoek. Hij zwaaide terug, tranen in zijn ogen.‘Kom op joh, mijn vader vertelde dat het waarschijnlijk maar voor een paar dagen zou zijn. Hitler moet zich steeds verder terugtrekken. Ze zeggen dat heel Duitsland plat gebombardeerd wordt. De Russen rukken op uit het oosten en de geallieerden uit het westen. Het kan nooit lang duren voor we vrij zijn, tenslotte is het zuiden al bevrijd. Geloof me, we zijn zo weer thuis.’Hij keek me hoopvol aan: ‘Echt? Denk je?’‘Ja joh, zeker weten.’ Ik probeerde mezelf net zo hard te overtuigen als hem.Op het pleintje van de Brabantsestraat aangekomen stonden we hutje mutje. Er was een apart groepje dat onder schot werd gehouden. Zo te zien waren ze aardig te pakken genomen door de soldaten. Bij een aantal liep het bloed uit de neus. Een ander hield met een van pijn vertrokken gezicht zijn arm vast.‘Contractbrekers’, hoorde ik achter mij een bekende stem fluisteren. Ik keek om en zag ‘rooie Kees’, mijn voetbalmaat. Iedereen op Zuid kende Kees. Een echte branieschopper en vechtersbaas eerste klas. Altijd in voor een geintje. Maar een betere vriend kon je je niet wensen. Je kon altijd van hem op aan.‘Hé Rooie, hebben ze jou ook te pakken?’‘Nee joh, ik loop even een stukje mee om jullie gezelschap te houden. Die moffen willen mij toch zeker niet hebben?’Johan keek hem met grote ogen aan. ‘Echt Kees?’Kees keek Johan lachend aan.‘Ja hoor echt!’ zei Kees terwijl hij Johan een klap op zijn schouder gaf, ‘speciale ontheffing van meneer Hitler zelf.’‘Ach, stik!’ mopperde Johan.+++++De jongens en mannen die tot dat moment ontheffing hadden voor de arbeidsinzet werden niet ontzien. Winkelbedienden, agenten, postbodes. Bijna iedereen werd in de leeftijd van 17-40 jaar meegenomen, 80 % van de Rotterdamse mannen in die leeftijdsklasse.